Hoe richt je een CDE in?

Hoe richt je een CDE in?

De ISO19650-norm geeft een aantal goede richtlijnen om een CDE in te richten, waarmee meer inzicht wordt verschaft in het beheer van je BIM-modellen. Het aanmaken van een Work-In-Progress map, een SHARED-map en een PUBLISHED-map is er hier één van. De WIP-map is de privé-map van een opdrachtnemer en wordt gebruikt om BIM-modellen in op te slaan waar dagelijks in wordt gewerkt. De modellen in deze map hebben geen status, maar er worden wél automatisch versies van opgeslagen. Zodra een model gereed is voor afstemming met andere partijen, wordt het bestand gekopieerd naar de SHARED-map. Hiermee deel je het model en alle informatie daarin met alle betrokkenen. Nog niet alle informatie in het model is definitief of zelfs correct, maar alle modellen kunnen nu met elkaar worden afgestemd. Ná deze coördinatie kan ieder model worden voorgelegd ter goedkeuring aan de opdrachtgever. De status van die modellen wordt dan: “ter goedkeuring”. Zodra de modellen zijn goedgekeurd door de opdrachtgever krijgen ze de status: “definitief” en wordt er automatisch een kopie van het goedgekeurde model opgeslagen in de PUBLISHED-map.